Home Contact
webdesign: djRrrong for undone productions

De tegenstelling conservatief/progressief anno 1909

De vraag of het kabinet Heemskerk christelijk was en de vraag of de Nederlandse politiek gedomineerd wordt door de tegenstelling conservatief/progressief, beheersten het debat over de staatsbegroting van 1909.1 Rechts en links waren sinds de leer van de antithese van de anti-revolutionair A. Kuyper synoniem met met christelijk of niet-christelijk en niet met conservatief of vooruitstrevend.2

De voorman van de sociaal-democraten, P.J. Troelstra, geloofde in een partijstelsel dat deze tegenstelling wel zou weerspiegelen.3 Volgens hem gaf het historisch materialisme de juiste analyse van de grondslag van het politieke systeem en van de golfbewegingen die zich er in voordoen. De ontwikkeling van het kapitalisme en het ontstaan van een omvangrijke arbeidersklasse waren volgens Troelstra ook door de grote staatsman J.R. Thorbecke voorzien.4 Er werd algemeen verondersteld dat die arbeiders die in 1909 nog geen kiesrecht hadden, vanzelfsprekend tot de achterban van zijn vooruitstrevende partij gerekend konden worden.5


Voor de anti-revolutionair Heemskerk en zijn ministers was dit onaanvaardbaar.6 Het idee dat christelijke arbeiders voor het socialisme zouden kiezen, was reden genoeg om er alles aan te doen om er voor te zorgen dat de arbeiders de bestaande confessionele partijen zouden steunen. Om die reden moesten eerst sociale hervormingen worden doorgevoerd en kon daarna het algemeen kiesrecht worden geregeld.7


Via de website 'Historische kranten in beeld' kan uit de verslagen die er in een aantal kranten over verschenen het debat gevolgd worden. Wat daarbij opvalt, is dat er tussen de kranten onderling nauwelijks feitelijke verschillen in verslaglegging te constateren is. Tussen de verslagen van de kranten en de officiële verslaglegging in de Handelingen der Staten-Generaal zijn er wel interessante nuanceverschillen. De kranten konden vrijer verslag doen van de debatten want zij waren niet aan dezelfde regels gebonden als de griffiers van de Tweede Kamer. De ideologische stellingname van de media wordt duidelijk uit de beoordeling van de feiten. Hieronder een samenvatting van de verslagen van de kranten Het Centrum en Het Volk.


In de katholieke krant Het Centrum van 13 november 1909 staat dat volgens sommigen de tegenstelling rechts/links doorbroken moet worden door de tegenstelling democratisch/conservatief.8 Volgens Heemskerk was het kabinet niet conservatief maar christelijk.9 De krant had het over een meesterlijk betoog van Heemskerk.10 Het liberale kamerlid H.L. Drucker sprak over de 'leugenachtigheid' van de antithese.11 In het kamerdebat was, zo schreef Het Centrum, door links weer bitter geklaagd over de verdeeldheid die de christelijke partijen onder het Nederlandse volk hadden gezaaid. Maar wiens schuld was dat? 'Men weigert met de Christelijke beginselen te rekenen en eischt dan, dat toch de nationale eenheid bewaard zal worden, doordat de Christenen zich schikken naar de liberale opvattingen.' Als voorbeeld werd het voetballen op zondag gegeven. Voetballen was op zichzelf een neutrale activiteit maar de dag waarop was voor christenen van belang. Zolang de 'vrijzinnigheid' eistte dat de christenen zich aanpasten, waren zij gedwongen zich op eigen terrein terug te trekken. Boven nationale eenheid stond het woord van God.12


De socialistische krant Het Volk schreef dat volgens het CHU kamerlid
J.Th. de Visser de tegenstelling conservatief/democratisch geen richtsnoer in het politieke leven kon zijn. 'Meet men iemands democratie af naar zijn houding inzake arbeidersbescherming, dan is de heele rechterzijde democratisch.' Hij vertrouwde erop dat Troelstra's oproep aan de arbeiders om zich los van de antithese-politiek voor algemeen kiesrecht uit de spreken, niet verhoord zou worden.13 De Visser vroeg zich af: 'Is de scheidingslijn konservatief-demokratisch een betere dan die van geloof-ongeloof? (…) Waren de anti-revolutionairen, die aan de sociale hervormingen den voorrang geven boven de kiesrechtkwestie konservatief?' Volgens de krant liet Heemskerk weten dat de regering er alles aan deed om te voorkomen dat conservatief en vooruitstrevend tegenover elkaar kwamen te staan. 'Op de neutrale zône zijn de christelijke rechtsbeginselen noodig om verzoening te brengen in de maatschappelijke verhoudingen, om conservatief en vooruitstrevend, aristocraat en democraat samen te brengen en elkander te doen waardeeren en lief te hebben.'14

Volgens Het Volk was het betoog van Heemskerk een 'ontzettend lange lintwurm' over de christelijke beginselen die onmogelijk weergegeven kon worden. In zijn betoog kwam 'als beste aanbeveling van de tegenwoordige partijgroepeering de bewering naar boven, dat alleen de rechterzijde in staat is, die verzekeringen tot een goed einde te brengen'. Kiesrecht en sociale wetten konden niet allebei geregeld worden, aan een van beiden moest prioriteit worden gegeven. Heemskerk wilde eerst sociale wetgeving en dan pas grondwetsherziening.17


De liberaal H. Goeman Borgesius reageerde op de rede van Troelstra en constateerde dat de sociaal-democraten zichzelf niet tot de linkerzijde rekenen. Volgens Goeman onderscheidden de sociaal-democraten zich van andere partijen omdat zij niet het hele volk maar alleen de arbeidersklasse vertegenwoordigen, alhoewel ze bij verkiezingen niet afkerig waren van stemmen van hen die niet tot de arbeidersklasse behoorden. Hij verweet de sociaal-democraten dat ze door het aanhangen van de klassenstrijd hun maatschappelijke verantwoordelijkheid niet namen. Volgens Het Volk was Goemans afstraffing van het socialisme koren op de molen van alles wat liberaal en klerikaal was.15

Troelstra vatte het antithese-debat samen dat volgens hem leerzaam maar nauwelijks verhelderend was. 'Hoort men de debatten over de antithese, dan staat men totaal hulpeloos bij de vraag: wat is nu, rechts en links, de grondslagen voor uw politieke systeem. Men komt er niet met de christelijke beginselen; men komt er ook niet met de rede.'18 Hij zei tegen Goeman dat het niet waar was dat de sociaal-democraten alleen maar klassenbelang najoegen en de liberalen niet. Het parlement moet het algemeen belang dienen maar er waren volgens Troelstra parlementariërs die dat belang zagen door de bril van hun eigen kring. Het ging de regering vooral om sociale verzekering en die omvatte een groot aantal onderdelen. Voordat dat allemaal geregeld was, zouden er tien jaar zijn verstreken. Volgens Het Volk was de regering erop uit de sociale verzekering voor een koopje voor elkaar te krijgen en de kiesrechtkwestie zo ver mogelijk voor zich uit te schuiven. De regering vreesde namelijk dat na de invoering van het algemeen kiesrecht de kosten voor de sociale verzekering hoog zouden oplopen.19 Het liberale kamerlid M. Tydeman vond Troelstra's verklaring dat de socialisten ook voor andere klassen opkomen een merkwaardige maar welkome verandering van standpunt die 'een blocje mogelijk maakt en den politieken toestand belangrijk verheldert'.16

Noten

1 P.J. Oud, Honderd jaren, (Assen 1946), http://www.dbnl.org/tekst/oud_001hond01_01/oud_001hond01_01_0015.htm, p. 210. Zie ook H. te Velde, Gemeenschapszin en plichtsbesef. Liberalisme en nationalisme in Nederland, 1870-1918, (Den Haag 1992)

3 A. Bornebroek, Een heer in de volkspartij. Theodoor Heemskerk (1852-1932), minister-president en minister van Justitie, (Amsterdam 2006), pp. 181-182

4 Handelingen Tweede Kamer (HTK), 1909/1910, Vaststelling van de Staatsbegrooting voor 1919. (Algemeene beraadslaging.), 25 november 1909, p. 453. Zie ook Het Volk, 27 november 1909 volgnr 3, 5, 6. Zie ook J. den Hertog, Cort van der Linden (1846-1935). Minister-president in oorlogstijd. Een politieke biografie, (Amsterdam 2007), pp. 320-322. Cort van der Linden en Troelstra waren in 1916 in verband met de alom geconstateerde onvermijdelijkheid van de invoering van het algemeen kiesrecht in een debat verwikkeld over waar die onvermijdelijkheid vandaan kwam. Van der Linden had het over de 'volkswil' en Troelstra over de noodzakelijke loop van de geschiedenis uit de leer van het historisch materialisme. Beide lijken gefascineerd te zijn door het ongrijpbare verschijnsel 'tijdgeest'.

5 HTK, 1909/1910, Bespreking der sociale verzekeringen, 9 maart 1910, p. 1484. Schaper haalde Kuyper aan uit 1895 die toen stelde dat eerst het kiesrecht geregeld moest worden omdat bij de sociale regelingen de medezeggenschap van de volksklasse wier belangen het betrof noodzakelijk was. Schaper zei de antithese te vervloeken. De vermenging van politiek en godsdienst leidde ertoe dat christelijke arbeiders op christelijke politici stemmen. Dat wilde niet zeggen dat deze dan ook hun belangen vertegenwoordigden.

6 Volgens Heemskerk zou een partijverdeling op basis van de tegenstelling conservatief/progressief ook tot versplintering leiden. Op het terrein van de sociale wetgeving bijvoorbeeld waren er onder de vooruitstrevenden verschillen van opvattingen. HTK, 1909/1910, Vaststelling van de Staatsbegrooting voor 1919. (Algemeene beraadslaging.), 29 november 1909, pp. 514-515. Het Centrum was het met hem eens. De krant constateerde dat het vaker voorkwam dat na verkiezingen liberalen en sociaal-democraten elkaar te lijf gingen. Er was links nauwelijks sprake van samenwerking. Het Centrum, 24 nov. 1909 volgnr 1, 2

7 A. Bornebroek, Heemskerk, pp. 181-188. Zie ook het debat over de staatsbegroting van november 1909, waarin Heemskerk onder vuur lag over zijn keuze en deze met verve verdedigde, onder andere HTK, 1909/1910, Vaststelling van de Staatsbegrooting voor 1919. (Algemeene beraadslaging.), 29 november 1909, p. 515 e.v.

8 Het Centrum, 13 nov. 1909 volgnr 1

9 Het Centrum, 24 nov. 1909 volgnr 1, 2

10 Het Centrum, 25 nov. 1909 volgnr 1, 2

11 Het Centrum, 20 nov. 1909 volgnr 3

12 Het Centrum, 29 nov. 1909 volgnr 5

13 Het Volk, 24 november 1909 volgnr 1, 2, 3

14 Het Volk, 25 november 1909 volgnr 3, 5

15 Het Volk, 25 november 1909 volgnr 3, 5

16 Het Volk, 27 november 1909 volgnr 3, 5, 6

17 Het Volk, 26 november 1909 volgnr 3, 5

18 Het Volk, 27 november 1909 volgnr 3, 5, 6

19 Het Volk, 2 december 1909 volgnr 1


D. Rigter, juni 2008

Home

Geschiedenis van de verzorgingsstaat

Het Nederlandse poldermodel

Met excuses voor de 'haperende' lay-out.

Tips voor het snel omzetten van word-bestanden in html zijn welkom op ecade@planet.nl

Deze pagina is een initiatief van historisch onderzoeksbureau Ecade.