Home Contact
webdesign: djRrrong for undone productions
Hoge criminaliteit onder katholieken

De katholieke hoogleraar F.J.J. Buytendijk verdedigde in de jaren vijftig de noodzaak van geestelijke gezondheidszorg onder meer door te verwijzen naar de relatief hoge criminaliteit onder katholieken. Wat als crimineel gedrag wordt aangemerkt, verandert echter in de tijd. In 1911 was door de katholieke minister L.H.W. Regout de abortuswetgeving aangescherpt, het bordeelverbod ingesteld, openbare propaganda voor anticonceptie gecriminaliseerd en door middel van artikel 248bis van het Wetboek van Strafrecht homoseksuele omgang met minderjarigen tot 21 jaar verboden. Het aandeel katholieken dat zich aan overtreding van artikel 248bis schuldig maakte, bleek relatief hoog.

In de jaren vijftig werd het seksleven van katholieken grotendeels beheerst door de opvattingen daarover binnen de kerk en door de kerkelijke voorschriften. Een daarvan was het verbod op seks voor het huwelijk. Voor veel jongeren werd het steeds moeilijker om naar deze voorschriften te leven. Ze lieten zich ook niet meer zo gemakkelijk de ge- en verboden opleggen. Dit was mede een effect van de grotere rol die de massamedia in het dagelijks leven speelden. Er ontstond een meer open klimaat waarin men ook vaker andersdenkenden ontmoette. Hierbij viel het onder andere op dat niet-katholieke jongeren minder krampachtig met seksualiteit omgingen. Ook katholieke jongeren begonnen meer vrijheid op te eisen. Veel ouders, priesters en artsen wisten niet hoe ze hiermee om moesten gaan. Daarnaast was er een groep 'goedwillende jongelui' die steeds meer gebukt ging onder de rechtlijnige toepassing van de leer van de kerk en hun schuldgevoel.
Het nieuwe fenomeen van 'rock and roll'-muziek dat in de loop van de jaren vijftig vanuit Amerika overwaaide, had grote aantrekkingskracht op jongeren. Door het gedrag tijdens concerten en dansavonden en de rellen die daarop in een aantal gevallen volgden, was de vraag naar de geestelijke gesteldheid van de middelbare schooljeugd voor veel ouderen actueel geworden. Er zou sprake zijn van een 'negatieve levenshouding'. Men vreesde een toenemende criminaliteit. Jongeren zouden steeds meer zelf hun leven willen bepalen en gaven onvoldoende blijk van maatschappelijk engagement. Dit moest wel duiden op een 'oppervlakkige aanpassing en een disharmonische ontwikkeling'. Ouders en andere opvoeders hadden geen gezag meer over de kinderen en boden te weinig identificatiemogelijkheden. Plannen voor een schoolpsychologische dienst kwamen door verzet uit onderwijskringen niet van de grond.

De ontwikkelingen die zich in het gevangeniswezen en de reclassering na de oorlog voordeden en die tot een emancipatie van de gevangene leidden, laten zien hoe het optimistische geloof in heropvoeding, verantwoordelijkheidsgevoel en zelfdiscipline doorwerkte. Een deel van dit gedachtegoed stamde van voor de oorlog maar ook de ervaringen met het gevangenissysteem tijdens de Duitse bezetting, hadden effect op de manier waarop tegen gevangenen werd aangekeken. De ontwikkeling van het strafstelsel is een van de gebieden waarop Nederland in de westerse wereld een geheel eigen gezicht kreeg.

Deze tekst is gebaseerd op:

L. van Bergen, Van genezen in geloof tot geloof in genezen. De medische faculteit van de Vrije Universiteit 1880-2000, (Diemen 2005), pp. 119 e.v.

H. Franke, Twee eeuwen gevangen. Misdaad en straf in Nederland, (Utrecht 1990)

P.M. Luykx, Andere katholieken: opstellen over Nederlandse katholieken in de twintigste eeuw, (Nijmegen 2000)

Th. van der Meer, jonkheer mr. Jacob Schorer (1866-1957). Een biografie van homoseksualiteit, (Amsterdam 2007)

E. Simons en L. Winkeler, Het verraad der clercken, (Baarn 1987)

S. Stuurman, Verzuiling, kapitalisme en patriarchaat, (Nijmegen 1984/2)

H. Westhoff, Geestelijke bevrijders: Nederlandse katholieken en hun beweging voor geestelijke volksgezondheid in de twintigste eeuw, (Nijmegen 1996)

In 1902 was de relatief hoge criminaliteit onder katholieken vastgesteld en gerapporteerd aan Rome. Zie J. Vree, 'IJkpunt 1900. Het christelijk volksdeel: verdeeld over kerk en leer, vereend in de politiek', C. Augustijn en E. Honée, Vervreemding en verzoening. De relatie tussen katholieken en protestanten in Nederland 1550-2000, (Nijmegen 1998), p. 144. Zie ook E. Sengers, "Al zijn wij katholiek, wij zijn Nederlanders." Opkomst en verval van de katholieke kerk in Nederland sinds 1795 vanuit rational choice perspectief, (Utrecht 2003), pp. 120-122

Zie ook:

Neutrale doelgroepanalyse

Wilders wil criminele Marokkanen uitzetten

Bisschop spreekt zich uit tegen Wilders

Meer begeleiding langdurig zieken, gehandicapten en ouderen in Limburg dan elders


Deze pagina is een initiatief van historisch onderzoeksbureau Ecade

Danièle Rigter has published on different elements of the history of the Dutch welfare state. She wrote about the role of the department of Labour and about several private organisations. Her latest publications were on the implementation of the Accident Insurance Act (1901) and the Sickness Benefits Act (1930). Her research focuses on the aspects of nationbuilding, democracy and citizenship in the making of the welfare state. For the Centre for the History of Health Insurance (Kenniscentrum Historie Zorgverzekeraars) in the Department of Medical Humanities at the VU University Medical Center in Amsterdam she is responsible for its website on the history of health insurance (Erfgoedgids Zorgverzekeraars).

KvK 23062575